Expeditie

De reis om de wereld onder leiding van Olivier van Noort

1598 - 1601

In 1601 werd Olivier van Noort de eerste Nederlander die de wereld volledig omzeilde. Hij deed dat als vierde Europeaan die deze reis voltooide, na Ferdinand Magelhaes, Thomas Cavendish en Francis Drake. Zijn expeditie van vier schepen, de Mauritius, de Frederik Hendrik, de Hoop en de Eendracht vertrok vanuit Rotterdam. Hoewel Van Noort een voor die tijd opmerkelijke prestatie leverde, werd het een financiële ramp omdat hij er niet in was geslaagd handelsproducten te verwerven of waardevolle buit te veroveren op de Spanjaarden of Portugezen.

Het doel was om vanaf Texel door de Straat van Magellaan te varen, de Spaanse nederzettingen in Zuid-Amerika te bestoken en vervolgens door te varen naar Oost-Indië. Van daaruit zou de expeditie terugkeren via Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika. De vloot voer eerst langs de Afrikaanse kust en bereikte half december het eiland Principe. Hier vonden gevechten plaats met het Portugese garnizoen en na enkele dagen besloot de expeditie het eiland te verlaten om de Atlantische Oceaan over te steken. Begin februari bereikte Van Noort de Braziliaanse kust bij Cabo de São Tomé en ging verder naar Rio de Janeiro. Hier vochten de Nederlanders kort met het Portugese garnizoen en na verlies van nog enkele mannen verlieten ze de Portugese kolonie.

In maart werd besloten de doortocht door de Straat van Magellaan uit te stellen omdat de winter in aantocht was. De expeditie probeerde St. Helena te vinden, maar miste het eiland. Veel bemanningsleden waren inmiddels ziek van scheurbuik en velen stierven. De expeditie ging enige tijd voor anker voor de Braziliaanse kust bij het eiland St. Clara. Hier herstelden de meeste scheurbuikpatiënten. De Eendracht werd niet langer zeewaardig geacht en verbrand. De expeditie ging verder naar het eiland St. Sebastian en vervolgens naar Port Desire. Hier werden drie bemanningsleden die aan land gingen gedood door de lokale bevolking, die verdween voordat de Nederlanders beseften wat er was gebeurd. De expeditie voer verder naar de Straat van Magellaan. In december stuitte de expeditie op een klein eiland in de Straat van Magellaan op een grote groep inheemse mensen die hen van bovenaf pinguïns toewierpen en met pijl en boog beschoten. De Nederlanders openden het vuur, gingen aan land en doodden alle mannen en een aantal vrouwen en kinderen. Ze namen 6 kinderen gevangen. Blijkbaar werd dit gezien als wraak voor de drie bemanningsleden die in Port Desire waren gedood.

Daarna vorderden de Nederlanders langzaam door de Straat. Tijdens het passeren van de Straat werd de vice-admiraal voor de krijgsraad gebracht wegens muiterij, veroordeeld en aan wal gezet. De vloot bereikte de Stille Oceaan in februari 1601, maar verloor het contact met de Fredrik Hendrik. De Mauritius en de Hoop voeren verder langs de kusten van Zuid-Amerika, waar ze een Spaans schip veroverden. Na verder noordwaarts langs Peru te zijn gevaren, draaide de vloot naar het westen om de Stille Oceaan over te steken zonder veel te bereiken op de Zuid-Amerikaanse kusten. Na een korte stop bij Guam voeren de Mauritius en de Eendracht, waartoe de Hoop werd omgedoopt, naar de Filippijnen. Daar vochten ze op 14 december 1600 een gevecht uit met twee Spaanse schepen bij Manilla. De Eendracht werd in dit gevecht veroverd en de Mauritius onder Van Noort voer door naar Brunei. Nadat hij daar geen zinvolle handel had kunnen drijven, wilde Van Noort doorvaren naar Bantam, maar kon dat door ongunstige wind niet bereiken. Hij zeilde naar Oost-Java, bleef daar in januari 1601 kort in de haven van Iurtan en voer vervolgens om het eiland heen naar Bantam. Van daaruit begon hij aan de thuisreis, rond Kaap de Goede Hoop. In augustus 1601 bereikte hij de Nederlandse Republiek. Met zijn bemanning had hij de wereld rondgevaren, maar er was niets winstgevends aan.

Zuid-Amerika en de Straat van Magelhaas

52°42' ZB 70°09' WL

Begin februari bereikte Van Noort de Braziliaanse kust bij Cabo de São Tomé en ging verder naar Rio de Janeiro. Hier vochten de Nederlanders kort met het Portugese garnizoen en na verlies van nog enkele mannen verlieten ze de Portugese kolonie.

In maart werd besloten de doortocht door de Straat van Magellaan uit te stellen omdat de winter in aantocht was. De expeditie probeerde St. Helena te vinden, maar miste het eiland. Veel bemanningsleden waren inmiddels ziek van scheurbuik en velen stierven. De expeditie ging enige tijd voor anker voor de Braziliaanse kust bij het eiland St. Clara. Hier herstelden de meeste scheurbuikpatiënten. De Eendracht werd niet langer zeewaardig geacht en verbrand. De expeditie ging verder naar het eiland St. Sebastian en vervolgens naar Port Desire. Hier werden drie bemanningsleden die aan land gingen gedood door de lokale bevolking, die verdween voordat de Nederlanders beseften wat er was gebeurd. De expeditie voer verder naar de Straat van Magellaan. In december stuitte de expeditie op een klein eiland in de Straat van Magellaan op een grote groep inheemse mensen die hen van bovenaf pinguïns toewierpen en met pijl en boog beschoten. De Nederlanders openden het vuur, gingen aan land en doodden alle mannen en een aantal vrouwen en kinderen. Ze namen 6 kinderen gevangen. Blijkbaar werd dit gezien als wraak voor de drie bemanningsleden die in Port Desire waren gedood.

Daarna vorderden de Nederlanders langzaam door de Straat. Tijdens het passeren van de Straat werd de vice-admiraal voor de krijgsraad gebracht wegens muiterij, veroordeeld en aan wal gezet. De vloot bereikte de Stille Oceaan in februari 1601

Bronnen en literatuur

J.W. IJzerman, De reis om de wereld door Olivier van Noort (1598-1601)

Guam, Stille Oceaan

13°41' NB 144°73' OL

Na vertrokken te zijn van de kust van Nieuw Spanje eind mei 1600 besloot Olivier van Noort met zijn vloot de Stille Oceaan over te steken en de Filippijnen te zoeken. Onderweg kwamen ze meerdere eilanden tegen in de ocean. Ze maakten doelbewust een stop in de Ladrones, die tegenwoordig de Mariana-eilanden heten. Ze kwamen op 15 september aan op Guam en bleven daar 2 dagen om voedsel in te slaan en drinkwater te bemachtigen

Bronnen en literatuur

J.W. IJzerman, De reis om de wereld door Olivier van Noort (1598-1601)

Filippijnen

14°60' NB 121°00' OL

Na ongeveer een maand bij Manilla gelegen te hebben werd Van Noort op 14 December geconfronteerd door een Spaanse vloot onder Antonio de Morga. De schepen vielen elkaar aan en een lange strijd vond plaats. De Eendracht werd door de Spanjaarden overmeesterd. De Mauritius werd geramd en geënterd door het Spaanse admiraalsschip, maar de Nederlanders wisten zich te verdedigen tot een brand uitbrak en de Spanjaarden zich moesten terugtrekken. De Mauritius opende vervolgens het vuur en veroorzaakte zulke schade dat het admiraalsschip zonk. De Eendracht werd verloren geacht en kort na het einde van de strijd besloot Van Noort om door te zeilen naar Borneo.

Bronnen en literatuur

J.W. IJzerman, De reis om de wereld door Olivier van Noort (1598-1601)

Borneo

4°63' NB 114°58' OL

Na de slag bij Manilla zeilde Olivier van Noort met de Mauritius naar Borneo om voorraden in te slaan en mogelijk te handelen in Brunei, die hij de stad van Borneo noemt. Nadat hij aankwam stuurde Van Noort een Chinees naar de kant om toestemming te vragen aan de sultan om te handelen. Eerst leek het alsof er vriendelijke relaties werden opgebouwd en de Nederlanders kochten en handelen om voedselvoorraden te krijgen van lokale bewoners die met hun prauwen naar het schip kwamen. Een poging werd gedaan om peper te kopen van Chinese handelaren uit Patani, maar uiteindelijk leidde dit nergens toe. Ondertussen begonnen ze te vermoeden dat de sultan een aanval op het schip voorbereidde. Overtuigd dat ze in een onveilige situatie zaten en er weinig kans was op winstgevende handel bij Brunei werd besloten door te zeilen naar Java, naar de stad Bantam.

Bronnen en literatuur

J.W. IJzerman, De reis om de wereld door Olivier van Noort (1598-1601)

Principe

1°64' NB 7°40' OL

In december 1598 kwam de vloot onder Olivier van Noort aan bij het eiland Principe voor de West-Afrikaanse kust. Het doel was om hier voedsel en drinkwater te bemachtigen. Het eiland was destijds een Portugese kolonie. Kort ervoor had een Nederlandse vloot van Balthasar de Moucheron het eiland bezet, maar in november 1598 moest die het eiland weer opgeven. Van Noort stuurde vier mannen naar de kust, maar eenmaal binnen het Portugese fort werden sommigen gedood en andere gevangen. Een Nederlander ontsnapte naar de boot, waar andere wachtten. De Portugezen achtervolgden hen aan de kust en doodden nog twee mannen. De aanslag deed Van Noort en zijn raad besluiten om de Portugese schands aan te vallen met 120 man, maar de aanval werd afgeslagen. De volgende dag landden de Nederlanders weer met 30 man bij een nabijgelegen rivier en bouwden daar hun eigen schans terwijl ze broodnodig drinkwater haalden. Sommige mannen trokken het binnenland in om suikermolens te vernietigen. Terwijl ze dit deden liepen ze in de val en moesten ze zich weer terugtrekken.

Bronnen en literatuur

J.W. IJzerman, De reis om de wereld door Olivier van Noort (1598-1601)

Overige afbeeldingen

Bronnen en literatuur

J.W. IJzerman, De reis om de wereld door Olivier van Noort (1598-1601)