De expeditie komt een vastgelopen Portugees schip tegen
Na vertrokken te zijn van Borneo probeerde de Mauritius Bantam te bereiken, maar door de westelijke wind lukt dit niet. Na een tijdje te worstelen met het bereiken van Bantam werd besloten in plaats hiervan naar oost-Java te gaan om daar voorraden aan te vullen en het schip te repareren. De Mauritius zeilde naar Iurtan, waar het een tijdje bleef van eind januari tot begin februari 1601. Er waren hier geen specerijen te bemachtigen. De Mauritius ging toen verder door de straat van Madure en om het eiland Java heen. Onderweg kwam het een Portugees schip tegen dat de grond in gelopen was. Het schip was grotendeels intact en de bemanning en goederen waren behouden gebleven. Olivier van Noort dacht dat het schip gestuurd was om hem te onderscheppen, maar dat was niet het geval.
Links is het galjoen uit Malakka te zien. Het is vastgelopen en de bemanning verlaat het schip in boten. Rechts zeilt de Mauritius weg van het galjoen.
Neem contact op met Koninklijke Bibliotheek voor hergebruik en auteursrechten.