Schouten en Le Maire bij Cocos-eiland en Verraderseiland

Op 10 mei bereikte de Eendracht van Jacob le Maire en Willem Schouten het eiland Tafahi van de Tonga-archipel, dat zij Cocoseiland noemden vanwege de vele kokospalmen. Ze bereikten het eiland op de 11e en wonnen het vertrouwen van de plaatselijke vissers, die aan boord kwamen en met de bemanning op muziek dansten. Ze beloofden kokosnoten en vee naar het schip te brengen. Al snel werd het schip overspoeld door mensen van het eiland, die veel kokosnoten meebrachten maar ook veel spullen van het schip stalen. Ze vluchtten nadat de Nederlanders een van hen hadden neergeschoten. De volgende dag kwamen nog veel meer kano's langszij de Eendracht en werd er uitgebreid onderhandeld over kokosnoten, bananen, ubi's en ander voedsel. Een vertegenwoordiger van een ander nabijgelegen eiland stuurde een delegatie met geschenken, waarvoor de Nederlanders wat oud ijzer, doeken en andere zaken gaven. Ze gaven aan dat ze wilden dat de Nederlanders naar hun eiland kwamen. Op de 13e omsingelde een grote groep kano's met in totaal ongeveer 1000 man de Eendracht en nadat Le Maire vermoedde dat een hem aangeboden vrucht vergiftigd was, besloot hij Cocos-eiland te verlaten. Het nabijgelegen eiland dat de koning had bezocht en door wiens mannen Le Maire de vrucht werd aangeboden noemde hij Verraderseiland vanwege hun vermoedelijke poging hem te vergiftigen.