Een eenhoornige geit, een dode en een rode ral

Pieter van den Broecke bleef tot 1628 directeur voor de VOC in Suratte, Arabië en Perzië tot 1628. Gedurende deze tijd overzag hij de handel in de regio en onderhield hij banden met de gouverneur van Suratte. Een van de voornaamste bronnen van handel voor de Nederlanders waren de grote karavanen, die van Surat naar Agra, de Mughal-hoofdstad, en weer terug trokken. In 1624 bracht de karavaan een heel bijzonder beest: een geit met maar 1 hoorn, die zo groeide dat deze de schedel van de geit in zou boren als deze niet regelmatig bijgehouden werd. Van den Broecke kreeg de geit als gift van de gouverneur. Deze afbeelding toont in het midden de geit. Vreemd genoeg heeft de tekenaar besloten ook een dodo en rode ral toe te voegen aan de afbeelding. Deze dieren waren inheems in Mauritius en zullen zeker niet met dezelfde karavaan meegevoerd zijn.