Begin zeventiende eeuw had de nieuw opgerichte VOC het Nederlandse monopolie op alle handel in Azië. De compagnie ondervond hevige concurrentie van de Spanjaarden en Portugezen, waarmee de Republiek in oorlog was. Ondanks het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) duurden de gewapende conflicten in de koloniale bezittingen van de staten voort. Daarom stuurde de VOC in 1614 een expeditie onder leiding van Joris van Spilbergen. Het doel was om door de Straat van Magellaan in Zuid-Amerika te varen en vervolgens langs de Zuid-Amerikaanse en Midden-Amerikaanse kust te varen om daar Spaanse bezittingen te bestoken en schepen met Spaanse of Portugese goederen buit te maken.
De expeditie voer eerst naar de Kaapverdische eilanden en bereikte via de westkust van Afrika Brazilië. Van Spilbergen probeerde in São Vicente voorraden te verwerven, maar werd door de plaatselijke gouverneur geweigerd. Er vond enige illegale handel plaats met lokale Portugezen, maar Van Spilbergen kreeg het vermoeden dat hij werd opgehouden voor een mogelijke aanval op zijn schepen. Hij nam een Portugees schip in beslag, maar pogingen om met zijn gevangenen te onderhandelen over voorraden mislukten. Hij liet de gevangenen vrij en voer verder. De expeditie bleef enkele weken in Porto Desire en probeerde daarna de Straat van Magellan binnen te varen. Verschillende schepen hadden echter moeite om de Straat binnen te varen. Hier brak een muiterij uit op de Meeuw, die eerder op de reis al enkele malen problemen had gegeven en het schip ging uiteindelijk verloren en verliet de vloot.
In mei 1615 bereikte de expeditie de Stille Oceaan en voer de Chileense kust op. Van Spilbergen hoopte Spaanse schepen met waardevolle lading te veroveren. In La Mocha werd vriendschappelijke handel gedreven met de lokale bevolking. Bij het nabijgelegen Santa Maria braken vijandelijkheden uit en de Nederlanders verwoestten en plunderden het eiland. Van Spilbergen trok verder noordwaarts naar Valparaiso en Arica, zonder veel te bereiken. Half juli vond een Spaanse vloot onder leiding van Da Mendoza, gestuurd om Van Spilbergen te onderscheppen, de Nederlandse schepen en brak er een nachtelijk gevecht uit. De vloot van Van Spilbergen sloeg de Spaanse aanval af en na twee dagen vechten werden verschillende Spaanse schepen vernietigd en de rest vluchtte.
Van Spilbergen voer vervolgens verder naar het noorden, maar slaagde er niet in schepen met Spaans zilver te veroveren. De vloot overviel en verwoestte de stad Payta in het huidige Peru. Verder naar het noorden ruilden ze in oktober gevangenen tegen voorraden bij Acapulco in Mexico. Kort daarna keerde de expeditie naar het westen om de Stille Oceaan over te steken. De vloot bereikte de Filippijnen in februari 1616. Nadat hij hoorde dat een grote Spaanse vloot op weg was naar de Molukken, besloot hij deze te achtervolgen. Later bleek dat de Spaanse armada op weg was naar Malakka. Eind maart bereikte Van Spilbergen Ternate, waar enkele schepen en Van Spilbergen de commandant Laurens Reaal assisteerden bij een expeditie tegen de Engelsen. In juli besloot Van Spilbergen naar Java te vertrekken, vanwaar hij naar Nederland voer. Op 1 juli 1617 kwam hij thuis aan.