Mannen en kano in de Straat van Magellaan
Anoniem / Anonymous / Potgieter, Barent Jansz.
Na op 2 januari 1599 vertrokken te zijn van Annobon stak de expeditie van de Magelhaense Compagnie onder bevel van Simon de Cordes de Atlantisch Oceaan over. De expeditie bereikte eerst Rio de la Plata tegen het einde van maart en ging op 6 april de Straat van Magellaan in. Kort hierna doodden ze duizenden duikers om hun voedselvoorraden aan te vullen, en mogelijk ook wat pinguïns en zeerobben. Tegenwind maakte het echter moeilijk om voortgang te boeken en De Cordes besloot uiteindelijk te overwinteren in een baai die nu de baai van Fortescue heet, die de Nederlanders Cordes’ Baai noemden. Hier bleven ze onder barre omstandigheden tot eind augustus. De mannen jaagden en zochten voedsel, alles nemend wat ze konden vinden. Tijdens de winter verloren ze meer dan honderd man. Begin mei vond een gewelddadige ontmoeting plaats tussen een groep bemanningleden die aan land jaagden op zeerobben en inheemse mannen, die de Nederlandse verslagen beschrijven als reuzen van 10 tot 11 voet lang. De Nederlanders waren niet de eersten die de mensen van deze regio als reizen beschreven. Veel European hadden dit voor de expeditie van De Cordes en Mahu al gedaan, maar geen bewijs is ooit gevonden van uitzonderlijk lange mensen in de regio. Later die maand stierf een aantal bemanningsleden tijdens een aanval door de inheemse bevolking. Deze werden omschreven als geheel naakt, op één van hen na, die alleen de huid van een zeerob om zijn nek droeg.
De afbeelding toont de inheemse mannen die de expeditie van de Magelhaense Compagnie tegenkwam in het gebied van Bahía Fortescue. De afbeelding toont een lange man, geheel naakt, op een vel om zijn nek heen. Hij heeft lang haar en een snor. Hij draagt een harpoenachtige speer. Een soortgelijk geklede man zit in de kano en het lijkt erop dat er een vuur aan in de kano. Op de achtergrond zien we het heuvelachtig landschap van de regio.
Neem contact op met Rijksmuseum Amsterdam voor hergebruik en auteursrechten.