Kaart van geplande fortificaties op Krabbeneiland
Sluijs, N. / Prams, O.
Titel Leupe: Project tegens de invaart van (de) mond des rivier de Berbices.
Dit omvangrijke, waarschijnlijk in de Republiek opgestelde plan voor de verdediging van de monding van de Berbice kregen de directeuren van de Societeit van Berbice in mei 1741 gepresenteerd. Over de ondergetekenden van de overzichtskaart met verklaring, N. Sluijs en O. Prams, is helaas niets bekend. Hun plan omvatte een fort met afmetingen van ruim 800 bij 450 meter pal aan zee op de punt van de oostelijke oever van de riviermonding, met daarbij nog eens drie hulpbatterijen op dezelfde oever en drie andere op Krabbeneiland.
De schootslijnen vanuit het hoofdfort geven aan dat dit vooral bedoeld was om het vijandelijke schepen bij voorbaat onmogelijk te maken de hoofdvaargeul door de oostelijke passage langs Krabbeneiland te naderen. Mochten ze er desondanks in slagen het fort te passeren, dan konden vier van de zes hulpbatterijen hun kruisvuur op de schepen uitbrengen.
De westelijke passage werd te ondiep geacht voor zeeschepen van gemiddelde grootte, zodat de ontwerpers meenden daar met een enkele batterij te kunnen volstaan. Zoals echter in de annotatie bij de kaart van François Samuel de Veije (zie VEL1571) is te lezen, was het de vijf schepen van de expeditie onder kolonel De Salve die daar bij aankomst eind december 1763 aan lager wal waren geraakt, later bij springvloed toch gelukt via het westergat hogerop de rivier te komen, ‘niet teegenstaande een derselver, namentlijk de George Hendrik sestien voeten diep ging’.
Vanzelfsprekend ging dit plan de middelen van de Sociëteit ver te boven en het is dan ook nooit serieus in overweging genomen.
Opvallend is de verwijzing onder (m) naar ‘negers hutten’, waarmee de slavenverblijven zijn bedoeld
ook het militair bedrijf in de koloniën kon niet zonder slavenarbeid.
Het noorden is rechts.
Schaalstok van 150 Roeden Rhijnlans = [ca. 1 : 8.840].
Neem contact op met Nationaal Archief voor hergebruik en auteursrechten.