Esopus, ofwel Sopus, lag halverwege twee Nederlandse posten: fort Oranje te Beverwijck en fort Amsterdam bij Nieuw-Amsterdam, aan de Hudson rivier. Hier vestigde zich, rond 1652, een groep van ongeveer 60 man. Zij waren afkomstig van het meer noordelijk gelegen fort Oranje. Zij noemden het plaatsje Esopus, naar de Esopus kreek, die uitmondde in de Hudson rivier. De oevers bleken uitermate goed geschikt landbouwgebied, iets dat de Indianen lange tijd terug al hadden ontdekt. De aanvankelijk goede verstandhouding tussen de Indianen en de nieuwkomers veranderde; de zogenaamde Esopus oorlogen braken uit. In 1657 liet Peter Stuyvesant, de directeur-generaal van Nieuw-Nederland, een palissade bouwen rondom het dorp. Hij hernoemde het dorp: Wiltwyck. De naam Kingston kreeg het in pas 1669, onder Engels bewind.