Over het VOC-fort op Wokam is weinig bekend. Lange tijd moet deze afgelegen post de meest oostelijke Nederlandse versterking in de archipel geweest zijn. Het ligt binnen de Aru-eilandengroep ten zuiden van Nieuw Guinea (destijds ook wel aangeduid als de 'Zuidooster Eylanden'). Het fort en het nabijgelegen dorp zijn staan vandaag de dag bekend als Kota Lama, hetgeen simpelweg oude stad betekend. In de zeventiende eeuw was Wokam de belangrijkste nederzetting in deze omgeving. De VOC bouwde hier in 1659 een fort om de teelt van, en de handel in, nootmuskaat te controleren. Historicus François Valentyn bezocht de post rond het eind van de 17e eeuw. Hij noteerde dat het fort bestond uit palissaden. Het werd destijds bemand door een sergeant, een corporaal en ongeveer tien soldaten. In 1792 zou de afgelegen post na een lokale opstand worden verlaten. In de negentiende eeuw worden de overblijfselen van het fort door verschillende Nederlanders bezocht en beschreven. Hieruit blijkt dat het fort op zeker moment van een stenen blokhuis is voorzien. Muurfragmenten hiervan zijn tot op de dag van vandaag bewaard gebleven. Ook zijn delen van de buitenmuur, een waterput en een kerk nog steeds herkenbaar. Binnen het oude blokhuis bevinden zijn nog twee ruimtes van 10 x 14,5 meter. Van deze kerk is bekend dat deze nog tot 1840 in gebruik was, ook de graven van VOC dienaren werden hier toen nog onderhouden. Deze zijn nu echter niet meer zichtbaar. De overblijfselen die zich op zo’n twintig meter van de waterlijn, midden in een kokosplantage, bevinden zijn dan ook grotendeels overwoekerd.