Het eiland Puertorico vormde voor de Spanjaarden een steunpunt voor hun handel en vaart in het Caribisch gebied. Sinds de 16de eeuw hadden zij zich op het eiland gevestigd met als hoofdkwartier de nederzetting San Juan. Om de baai van San Juan te verdedigen hadden de Spanjaarden verschillende forten gebouwd, waarvan het grootste fort San Felipe del Morro was. Sinds de oprichting van deze versterking toonde de WIC interesse om zich meester van het eiland Puertorico te maken. Dit is nooit echt gelukt. Alleen in 1625 lukte het de Nederlander Hendricksz. om het fortje Canuela te veroveren, maar niet het grootste fort, S. Felipe del Morro, dat daar tegenover lag. Het beleg duurde niet lang. In november moest Hendricksz. de strijd opgeven. Na deze mislukte poging werden de forten en de stad van San Juan door de Spanjaarden versterkt om zich tegen de komende aanvallen beter te kunnen verdedigen.