De Hoge Regering gaf in haar resolutie van 10 juli 1656 opdracht tot de bouw van de aarden redoute Zoutelande aan het einde van de Antjolse vaart in het moerassige land bij de monding van de rivier Antjol (Ancol), ongeveer 5 km ten westen van Batavia. Het ontwerp was van landmeter Johannes Listingh. De redoute werd in 1667 verbouwd tot de stenen vierkante batterij Post Antjol. De weg op de tegenover liggende oever van de Antjolse vaart kon worden afgesloten met een pagger (houten verdedigingswerk) en een wachthuis. Het belang van de post nam nog toe nadat in 1738 de tolbrug over de Antjolrivier was geopend, waardoor er een doorgaande verbinding ontstond tussen Batavia en Tanjoeng Priok (Tanjung Priok). In 1740 speelde het fort een rol bij de gevechten met de opstandige Chinezen die probeerden de brug over te steken.
De post Zoutelande werd omstreeks 1750 uitgebreid tot een vierkant fort met drie bastions en op de vierde hoek de bestaande vierkante redoute. Binnen het fort stonden het huis van de posthouder, het wachthuis en de woning van de kanonnier. In opdracht van gouverneur generaal Herman Willem Daendels werd het fort afgebroken in 1809 -1810. Tegenwoordig zijn er geen overblijfselen meer van het fort.