De VOC vestigde zich in 1624 op het eiland Formosa dat tegenwoordig Taiwan heet. Op een schiereilandje voor de kust, ter hoogte van het huidige An-Ping, werd het fort Zeelandia gebouwd. Vanuit deze haven hoopte de VOC toegang te krijgen tot de handel op China. China toonde echter geen belangstelling. Het idee van de compagnie dat ze hier met geweld iets zou bereiken berustte op een misvatting. De agressieve houding van de VOC in de 17de eeuw had een averechts effect. Toch werd Zeelandia al snel een veelbelovende vestiging. Chinese kooplieden brachten er porselein, zijde en goud en toen bleek dat Formosa rijk was aan herten kwam er een lucratieve export van hertevellen naar Japan op gang. Vanaf die tijd werd het vasteland van Formosa onder bestuur van fort Zeelandia gebracht. Naast het fort verrees de stad Zeelandia met een waag, een markthal, een ziekenhuis en een weeshuis. Formosa werd de eerste echte kolonie van de VOC in Azië. Van 1624 tot 1662 was Formosa een gouvernement. De gouverneur zetelde in fort Zeelandia in An-Ping. Het belangrijkste deel van de inkomsten op Formosa was afkomstig uit de handel met Chinese kooplieden. De VOC verkocht hen voornamelijk specerijen en zilver in ruil waarvoor porselein, goud en zijde werd verkregen. Daarnaast werd het eiland zelf een steeds belangrijkere bron van inkomsten. Het groeiend aantal Chinese migranten van het vasteland ging suikerriet, indigo en rijst verbouwen. De suiker werd door de VOC verhandeld in India, Perzië en Europa. Tenslotte vormden de belastingen die de VOC hief op de handel van de Chinezen en de verpachting van grond, jacht
en visrechten bijna 40% van de totale inkomsten van Zeelandia. Aan de Nederlandse periode op Formosa kwam in 1661-1662 een eind. Dit was een indirect gevolg van de val van de Ming-dynastie en de daarmee gepaard gaande burgeroorlog die in China woedde. Eind april 1661 zocht de Chinese krijgsheer Koxinga, die ernaar streefde de Ming-dynastie in China te herstellen en daarom in oorlog was met de nieuw gevestigde Qing-dynastie, een veilig heenkomen voor zijn legers en viel tot dat doel Formosa binnen. Hij landde bij An-Ping en isoleerde de Nederlanders in hun forten. Al vrij snel had hij controle over grote delen van de westkust van het eiland. Fort Zeelandia werd belegerd en wist nog tien maanden stand te houden, maar moest zich in januari 1662 overgeven. Daarmee kwam defintief een einde aan de Nederlandse aanwezigheid in An-Ping.