Taboecan lag aan de oostkust van het eilandje Sangir, Sangi of Sangihe. Hier had de VOC een loge gebouwd, waar nooit meer dan zo'n 11 man aan personeel verbleef. Taboecan was een van de belangrijkste plaatsen op de Sangir eiland, met ongeveer 800 huisgezinnen. Het eiland was voorzien van goed timmerhout dat zowel diende voor de huizen
als voor de scheepsbouw. Daarnaast leverde het eiland kokosolie, dat de VOC gebruikte voor bereiding van het eten van de garnizoenen en als lampolie.