Esfahan

Ispahan, nu Esfahan, was de hoofdstad van het Perzische rijk. De stad lag op de karavaanroute tussen Centraal-Azië en de Perzische golf. De VOC was voor haar handel in Perzië afhankelijk van de politieke betrekkingen met de Sjah die hier hof hield. De VOC nam zijde af van de Sjah in ruil voor specerijen en militaire bescherming. Hier verbleef de VOC van 1623 tot 1746, hoewel de activiteiten van de factorij aldaar sinds 1741 al op een zeer laag pitje gezet waren. Voor de handel speelde Isfahan nauwelijks een grote rol na 1670. De factorij diende veeleer als een soort ambassade om contact te houden met het koninklijke hof.De compagnie was verplicht op haar kantoor te Ispahan te verblijven door de voortdurende onderhandelingen met de Sjah over handelsconcessies. De Sjah gaf het prachtige VOC-kantoor met aangrenzende tuinen in gebruik zolang de VOC in Perzië handel zou drijven. In 1722 werd Ispahan veroverd door de Afghanen. De handel stagneerde en het VOC-kantoor werd in 1747 opgeheven. Van 1623 tot 1638 was te Esfahan het hoofdkantoor van het directoraat Perzië gevestigd.