Kustprofielen van Ambon, Seram en omliggende eilanden

Op 3 maart 1599 kwam de Amsterdam, deel van de vier schepen van de Tweede Schipvaart die naar de Molukken gezonden werden om daar handel te drijven, aan te Hitu, het noordelijke schiereiland van Ambon. Hier werden zij tegemoetgekomen door schepen van de lokale bevolking, waaronder ook een zoon van de sultan van Ternate. Ze gidsten hen naar een ankerplaats en informeerden de Nederlanders over de mogelijkheden om op Ternate kruidnagelen te bemachtigen. Na deze ontmoeting werden ook de omliggende eilanden bezocht.

Heyndrick Dirrecksen Jolick, Stuurman op de Amsterdam, tekende deze kustprofielen in de regio. Linksboven zien we Manipa, dat werd gepasseerd op weg naar Hitu. Daaronder zien we Hitu zelf, wanneer het op ongeveer 5 mijlen afstand ligt in oostnoordoostelijke richting.

Op de rechterpagina zien we Hoamoal, het westelijke schiereiland van het eiland Seram. Hier wordt het ‘Cabel’ of ‘Cabello’ genoemd, naar de plaats Kambelo, de voornaamste handelsplaats op de westkust van het schiereiland. Hij tekende het schiereiland zoals gezien op ongeveer 6 mijlen afstand in noord tot oostelijke richting, verdeeld over twee aansluitende profielen.

Tenslotte zien we de kust van Seram zelf, hier ook ‘Cenam’ en ‘Cabobo’ genoemd (Kaybobo is een plaats aan de westkant van Seram.)