Kaart van de Banda-eilanden

De Gelderland, Wachter en Duyfken van de Vijfde Schipvaart kwamen op 17 februari 1602 aan bij Ternate, naast het veel grotere Halmahera. De Nederlanders werden verwelkomd en troffen hier hun landgenoten aan, die tijdens de Tweede Schipvaart waren achtergelaten. Een tegenslag was echter dat de oogsten op Ternate slecht waren geweest, waardoor er weinig te handelen viel. Op 7 maart vertrokken de schepen weer om naar de Banda-archipel te zeilen. Ze verbleven daar van 14 maart tot 24 juni. Hier was de handel veel gunstiger. De Nederlanders maakten verscheidene afspraken en contracten met lokale heersers terwijl zij hun schepen vulden met het gewilde nootmuskaat.

Joris Joostensz. Laerle, tekenaar aan boord van de Gelderland maakte deze tekening in het journaal van de Gelderland. De tekening tooont de eilanden Banda Api, Banda Neira en Banda Besar.

‘A’ toont waar de schepen voor anker lagen. ‘B’ toont waar de schepen oorspronkelijk voor anker lagen. ‘C’ toont de vulkaan Gunung Api. ‘D’ toont de stad Nero, waarschijnlijk wordt hier Neira bedoeld ‘E’ is de stad Labetaka. ‘F’ is een dorpje dat hier Catter genoemd wordt door Laerle. ‘G’ is een dorpje dat Laerle ‘Oubeer’ noemt. ‘H’ is een klein stadje dat Laerle Leiac noemt. ‘H’ is stad genaamd Cilamo of Selamo door Laerle, waarschijnlijk verwijzend naar een plaats in de regio Selamun. ‘K’ verwijst naar een stad genaamd Combir. ‘L’ verwijst naar een klein stadje genaamd Orantata, waar bijeenkomsten gehouden werden. ‘M’ toont de stad Lonthor. ‘N’ toont een gehucht. ‘O’ toont het eiland Pulau Ai. ‘P’ toont het eiland Pulau Run. ‘Q’ toont een eiland dat hier ‘Rossingeijn’ wordt genoemd, en tegenwoordig Hatta heet. ‘R’ toont eilanden, die Laerle Manats en Menats noemt.