Vliegende vis en koningsmakreel
Laerle, Joris Joostensz.
De Molukse vloot van de Vijfde Schipvaart zeilde van 1601 tot 1603 naar de Indonesische archipel en weer terug naar de Nederlanden. Onderweg ving de bemanning geregeld vissen uit de oceanen en zeeën waar de expeditie door zeilde. Vele van deze werden getekend in het journaal van de Gelderland, onder leiding van admiraal Wolphert Harmensz. We krijgen hierdoor een unieke inkijk in de grote diversiteit aan soorten, die de expeditie tegenkwam.
Joris Joostensz. Laerle, tekenaar aan boord van de Gelderland, tekende waarschijnlijk deze gedetailleerde tekeningen van vissen in het journaal van vlaggenschip Gelderland.
Bovenaan de vliegende vis (Cypselurus) De vliegende vis kan in alle oceanen gevonden worden, zodat het onmogelijk is om te bepalen waar de vis precies gevangen werd. De teksten bij de afbeeldingen zeggen volgens Perry Moree: Boven: “Vliegende vis” en “haer aes” (“Aes” betekent hier het voedsel van de vis). Onder: “vande grootse fatsoen van de vliegende vis ende noch het aes vande selve vis”.
Daaronder de koningsmakreel (Scomberomorus). De koningsmakreel leeft in de Atlantische Oceaan en Golf van Mexico. De teksten zeggen:
Boven: “Pescado del reij” en “Des coninckx vis geseijt” (=genoemd). Onder: “Deese vis wert genaempt pescado del reij de coluer wit ende bruynen behalven die 2 strepen op het lijff sijnde blaue. Werden gevangen met een angel. Sijnde omtrent 3 voeten lanck.”
Neem contact op met Nationaal Archief voor hergebruik en auteursrechten.