Tekening van de aanval op het dorp Boekoe
Friderici, Juriaan François de
Titel Leupe: Kaart van het weglopersdorp Mi Sa Lasi en het daarvoor door kapitein Oorsinga opgeslagen kamp.
De Marrons waren van oorsprong slaafgemaakten die de plantages hadden ontvlucht en in de Surinaamse binnenlanden nieuwe gemeenschappen vormden. Hun aantallen groeiden in de loop van de 18de eeuw, mede doordat ze overvallen op plantages pleegden en de daar werkzame slaven meenamen naar hun dorpen. Ze werden dan ook een steeds grotere bedreiging voor het plantagesysteem. Door vrede te sluiten met de Aukaners, Saramaccaners en Matawai hoopte de overheid in de jaren zestig van de achttiende eeuw de bedreiging te beteugelen. De Boni-oorlogen in de jaren '70 van de 18de eeuw maakten duidelijk dat deze hoop ijdel was. Door de verschillende expedities tegen de Marrons en de contacten met de groepen waarmee vrede was gesloten, brachten in deze periode de Nederlanders wel steeds grotere delen van het nog onbekende binnenland in kaart.
Het Boni-dorp dat op deze tekening de naam Mi Sa Lasi (‘Ik zal verliezen’) draagt maar bekend staat als Boekoe (Buku), werd in september 1771 ontdekt door één van de talrijke militaire patrouilles die in deze periode het uiterste noordoosten van de kolonie doorzochten. In het jaar dat verstreek voordat het werd veroverd, ging Boekoe steeds duidelijker symbool staan voor de machteloosheid van de militaire macht in de kolonie. Het lag midden in een moeras (‘swamp’) en was omschanst met meer dan manshoge palen. Aanvankelijk hoopte men door het aanleggen van een ‘barbekot’ (een brugpad over het water) het dorp te kunnen bereiken. Zoals op deze tekening te zien is, gebeurde dit in het gezicht van het dorp, van waar uit de arbeiders dan ook geregeld onder vuur werden genomen. De afbeelding wordt in de inventaris van bijlagen bij de missive van gouverneur Nepveu van 25 juli 1772 omschreven als een ‘Copy van een teekening vertoonende ’t gezigt van ’t wegloopers dorp van Baron geleegen tusschen Cottica Marrewijne en de Zee, opgenoomen in ’t camp voor ’t dorp door den sous lieut. Frederici in juny 1772’. Men verkeerde toen nog in de vermoedelijk onjuiste veronderstelling dat Boekoe onder gezag stond van Baron, een van Boni’s onderbevelhebbers. In de volgende maand werd dwars door de zwamp heen een aanval op het dorp ondernomen, die jammerlijk mislukte. De Marrons slaagden er wel in om vanuit Boekoe plantages aan te vallen en met buit en meegebrachte slaven in het dorp terug te keren. Uiteindelijk werd er militaire hulp uit de Republiek verzocht. Omdat de komst daarvan noodzakelijkerwijs op zich zou laten wachten, vond daarnaast in juli 1772 al de oprichting plaats van het zogenoemde Vrije Korps, bestaande uit driehonderd vrijgekochte slaven die geselecteerd waren op hun bekwaamheid voor de strijd in de bossen.
Deze zwarte soldaten slaagden er uiteindelijk op 20 september 1772 in om het dorp via een omtrekkende beweging in te nemen. Zij werden daarbij aangevoerd door de luitenant en latere gouverneur Juriaan François de Friderici, de oorspronkelijke maker van de hier afgebeelde kopie.
Het noorden is linksonder.
Neem contact op met Nationaal Archief voor hergebruik en auteursrechten.