Halverwege de zeventiende eeuw werden de Ommelanden van Batavia onveilig gemaakt door rondtrekkende benden. In 1657 bouwde de VOC daarom ten zuiden van de stad aan de aftakking van de Nieuwe Vaart / Molenvliet van de Grote Rivier het kleine fortje Noordwijk. Het aarden fort met bastions en acht kanonnen werd waarschijnlijk ontworpen door landmeter Johannes Listingh. De bezetting bewaakte het vee dat graasde op het Paviljoens veld ten zuiden van de post. Zij beschermde bovendien de sluis, die de verdeling regelde van het water tussen de Grote Rivier (Ciliwong ) en de aftakking Nieuwe Vaart
Molenvliet.
In 1697 werd het geschut verwijderd. Tijdens de Chinezenopstand in 1740 ontruimden de soldaten het fort en staken het in brand. In 1741 werd het opnieuw bezet en werd de schade hersteld. In 1770 woonden er vijf man die zorgden voor de bediening van de sluis. Het fort is afgebroken in opdracht van gouverneur-generaal Herman Willem Daendels (1808-1811).
Op de moderne kaart van Jakarta zou Noordwijk zich ten zuidoosten van station Juanda bevinden, bij de kruising van Jalan Pos en Jalan Pintu Air. Er zijn geen zichtbare overblijfselen van het fort, maar de sluis (Pintu Air) is nog aanwezig en in gebruik.