De verovering van het eiland Mannar door de compagnie vond plaats in 1658. Mannar was een van de laatste Portugese bolwerken op Ceylon; met man en macht verdedigden zij zich tegen de compagnie. Tevergeefs: het eiland ging verloren; De compagnie had de Europese concurrentie op Ceylon voorlopig van zich afgeschud. Het eiland Mannar lag dichtbij de kust van India. Een bezoeker uit 1658 noemde het een aards paradijs. Het fort was voorzien van alle benodigdheden. De soldaten hadden ieder een jonge Ceylonees in dienst die hun wapentuig onderhield en een vrouw die hun maaltijd bereidde. De compagnie introduceerde hier het protestantisme. Mannar was een rijk eiland. Vooral de handel in parels, afkomstig uit de wateren rondom het eiland, was zeer winstgevend. De parelvisserij werd daarom op grote schaal en onder strikte leiding van de VOC georganiseerd. Daarnaast leverde Mannar katoen en kleding, rode verfstof voor kleding, vis en olifanten. Het fort van Mannar was van groot belang voor de verdediging van de zeeweg naar India en de handelsbelangen van de VOC. Het fort was door de Portugezen gebouwd en werd door de compagnie nauwelijks veranderd.