Kusttekeningen van Mauritius

Tegen het midden van augustus naderde de Vijfde Schipvaart het zuiden van Afrika. Er werd op 12 augustus besloten om naar Mauritius te zeilen, een voornemen dat 1 september wederom werd bevestigd. Een groot deel van de bemanning leed aan scheurbuik, wat het belangrijk maakte om nieuwe voorraden van fruit en groenten in te slaan. De schepen van de Tweede Schipvaart waren de eerste Nederlandse schepen, die te Mauritius verbleven hadden en zij ontdekten dat het een uitstekende plek was om vers voedsel en water in te slaan. De schepen van de Vijfde Schipvaart worstelden met het navigeren naar Mauritius en kwamen per ongeluk ten oosten van het eiland uit. Toen dit werd beseft werd een westelijk koers gevaren, waarbij eerst het eiland Rodrigues gevonden werd op 19 september. Zij noemden dit Kermiseiland. Hier verkregen ze wel wat vers voedsel, maar geen geschikt drinkwater. Daarom werd besloten om na een week door te zeilen naar Mauritius. Op 27 september kwamen ze aan te Mauritius.

Joris Joostensz. Laerle, onderstuurman aan boord van de Zeeland en later tekenaar aan boord van de Gelderland is waarschijnlijk de auteur van deze afbeelding van de baai waar de Nederlandse schepen lagen. Op de kaart zien we de Nederlandse schepen liggen voor de kust van Mauritius. De tekst aan de linkerkant dat het gaat om “Insule do Cirne” dat nu Mauritius de Naussau genoemd wordt. De rechtertekst geeft aan dat het een afbeelding van Mauritius is aan de westkant van het eiland, als men in de baai ligt, waar de schepen van 30 september tot 20 oktober 1601 gelegen hebben. Volgens de tekst ligt het eiland op 20 graden zuiderbreedte en op 107 graden lengte. De legenda is: A. De zoetwaterrivier B. De plaats waar de zieken lagen; C. de rede waar de schepen liggen. D. Het gat waar de dodo’s gehaald werden, die hier kermisgansen en dronten genoemd worden. E. de ‘fyninigen bergh’. F. is waar de bemanning ging om te vissen. G. is waar de schepen eerst lagen.