De bevolking van Yamna en Insu Moar

Op 20 april 1643 bereikte de expeditie van Abel Tasman uiteindelijk Nieuw Guinea en volgde de noordkust richting het westen. Ze konden veel tempo maken en ongeveer een week later kwamen de Zeehaen en Heemskerck aan bij een groepje eilanden waarvan Yamna het grootste is. Hier besloten ze op de 25ste voor anker te gaan om verse voorraden in te slaan. De bevolking van Yamna kwamen naar de Nederlanders met vooral kokosnoten en wat verse en gerookte vis. Deze werden verruild voor messen, nagels en kralen. De leiders van de expeditie hadden het eiland Yamna voor Insu Moar aangezien, maar beseften dit pas op de 27ste. Toen ze dit beseften besloten ze door te varen naar Insu Moar, wat ze de volgende ochtend deden.-Van 28 april tot 6 mei 1643 lagen de Zeehaen en Heemskerck van Abel Tasman’s expeditie voor de kust van het eiland Insu Moar, dat samen met Insumanai de Wakde eilandengroep vormt. Hier verhandelden ze kleine spullen voor bananen en kokosnoten. Met uitzondering van een enkel incident, was het verblijf vreedzaam en de expeditie wist zo’n 6000 kokosnoten en 100 trossen bananen te bemachtigen.

Isaac Gilsemans, koopman aan boord van de Zeehaen wordt gezien als de meest waarschijnljike auteur van deze tekeningen van de bevolking van Yamna, Insu Moar en omliggende eilanden zoals die gezien werden door de expeditie. De afbeelding toont daarnaast hun schepen, versieringen en wapens.