Kustprofielen van Great Island, Nieuw Zeeland

Op 13 december 1642 zagen de Zeehaen en Heemskerck het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Na enkele dagen langs de noordwestkust van dit eiland te varen gingen de schepen op 18 december voor anker in Golden Bay. Hier wilden de leiders van de expeditie graag verse levensmiddelen inslaan. Nadat contact werd gemaakt met de lokale Maori-bevolking volgde op 19 december een gewelddadige ontmoeting waarbij enkele bemanningsleden en waarschijnlijk 1 Maori omkwamen. Vanaf deze plaats, die zij de Moordenaarsbaai noemden, kwamen de schepen in de Straat Cook terecht. Ondanks vermoedens dat er een passage moest zijn naar de Stille Ocean, werd de doorgang niet gevonden. Later zou James Cook deze wel vinden. Eind december en in de eerste week van januari volgde de expeditie vervolgens het Noordereiland van Nieuw-Zeeland tot ze op 4 januari een kaap passeerden die zij Kaap Maria van Diemen noemden. Dit was het meest westelijke punt van het eiland. In het noordwesten zagen zij toen een eiland, dat zij het Driekoningeneiland noemden. Ze naderden dit eiland, dat nu Great Island of Manawatawhi heet en gingen hier op 5 januari voor anker.-Isaac Gilsemans, koopman aan boord van de Zeehaen, tekende waarschijnlijk deze kaart van Driekoningeneiland en de mensen die gezien werden bij het benaderen ervan. Het toont een heuvelachtig landschap met gewapende Maori. De verklaring onderaan de pagina zegt dat het eiland Driekoningeneiland genoemd werd omdat het bij aankomst de vooravond was van de 12de dag sinds de geboorte van Christus: Driekoningen.