Het vruchtbare vulkaaneiland Makian behoorde tot de belangrijkste leveranciers van kruidnagels van de Molukken. In 1612 bouwde gouverneur-generaal Pieter Both (1610-1614) een fort op een 85 meter hoge heuvel bij het dorp Ngofakiaha in het noorden van Makian. De ligging van het nieuwe fort Mauritius op een 85 meter hoge heuvel maakt het waarschijnlijk dat het is gebouwd op de plaats van een oud Portugees of Spaans fort. Het fort is vierkant met vier bastions van verschillende grootte en afmeting. De grootte van het garnizoen, dat onder bevel stond van een luitenant, varieerde al naar gelang de omstandigheden van 25 tot 90 man.
Door de hoge ligging was het moeilijk om drinkwater, voorraden en handelsgoederen van het strand naar het fort brengen. Jacques le Febvre (gouverneur van de Molukken, 1625-1629) bouwde daarom een pakhuis op het strand. In 1636 liet gouverneur Johan van Broekom (1635-1640) als bescherming van het pakhuis en de waterbron de versterking Zeeburgh bouwen. In 1632 werd in het fort een bakstenen waterkelder gebouwd van 50 leggers (29,1000 liter).
Het dorp Ngofakiaha of Noseca ligt aan de voet van de heuvel met het fort.
In 1655 sloot de VOC een overeenkomst met de Sultan van Ternate over de vernietiging van de kruitnagelbomen op Makian. De handhaving van het verdrag maakte het mogelijk om de te bezuinigen op forten en garnizoenen. In plaats daarvan werden regelmatig hongi-tochten gehouden, waarbij de jonge bomen werden vernield. In Ngofiakiah kon worden gekozen tussen het afbreken van fort Mauritius of het versterken van het pakhuis. In 1659 gaven de heren XVII opdracht om het fort te verkleinen tot een bastion en het versterken van het Zeeburgh. In 1662 was het vervallen fort verkleind. In 1699 werden de laatste posthouders uit het overgebleven bastion van fort Mauritius teruggeroepen.
In 2007 ligt de ruïne in een tuin met kokospalmen. De muren en funderingen van fort Mauritius zijn goed herkenbaar.