Haafner bij de jamadar in Alamparai

Deze prent verbeeld Haafner's gesprek met de jamadar (kapitein) van Alamparai. Nadat Haafner en zijn compagnons Madras hadden ontvlucht voeren ze in een schip zuidwaarts richting Pondicherry. Onderweg werden ze echter steeds voor Engelsen aangezien en door de bewoners van het gebied, die Hyder Ali aanhingen en in oorlog waren met de Engelsen, achtervolgd en aangevallen. Toen hun schip werd ingehaald en geënterd, deed Haafner zich voor als ambassadeur die op weg was naar de Fransen in Pondicherry. Hierdoor werd de scheepsbemanning voor nu gespaard en werd Haafner zelf voor de jamadar (kapitein) van Alamparai gebracht. Hij wist deze uiteindelijk te overtuigen dat hij Nederlander was, en bovendien op een eerdere gelegenheid een belangrijke commandant van Hyder Ali juist aan de dood had helpen ontsnappen tegen de Engelsen. Hierop werd Haafner met alle egards behandeld en mocht zin scheepje uiteindelijk ongehinderd vertrekken.