Post

Galle

Sri Lanka

Sinds 1640 was de VOC aanwezig in Galle, de belangrijkste havenstad van Zuid-Ceylon. Omdat de ingang van de baai met rotsen bezaaid was, hadden schepen hier altijd een loods nodig om de haven te bereiken. Het door de Portugezen achtergelaten fort van Galle werd door de VOC uitgebreid en versterkt. Op 25 december van elk jaar vertrok uit Galle de grote retourvloot met koopwaar naar de Republiek. Deze vloot sloot zich bij Kaap de Goede Hoop aan bij de uit Batavia afkomstige VOC-vloot om de terugreis over de Atlantische oceaan gezamenlijk te aanvaarden. Galle was een van de grote overslagplaatsen in Azië waar allerlei produkten werden samengebracht en naar de Republiek verzonden. Zo bestond de lading van een schip naar Holland in 1771 uit: peper, koffie, kardamon, sappanhout, mirre, caatchou (een geneesmiddel) en kaneel uit de binnenlanden van Ceylon. Uit andere gebieden vervoerde het schip: koffie, textiel, vijgen, salpeter en kauri-schelpen. Deze kauri-schelpen werden gebruikt als betaalmiddel bij de slavenhandel in Afrika. Rijst werd in Galle ingevoerd. De compagnie had zich verbonden met de koning van Kandy om de Portugezen van Ceylon te verdrijven. Toen de macht van de Portugezen gebroken was, kwamen de compagnie en de koning tegenover elkaar te staan. Als Singalees vorst bleef de koning grote invloed uitoefenen op de nieuwe onderdanen van de VOC. Vanaf 1687 verbeterden de verhoudingen. De nieuwe koning van Kandy accepteerde dat de Compagnie naast handelslichaam, tevens landsheer was geworden. Galle was vanaf 1640 het bestuurlijk centrum van de VOC op Ceylon, totdat in 1656 Colombo veroverd werd op de Portugezen. Hierna werd Galle één van de commandementen, waarin het gouvernement Ceylon was opgedeeld. Dit commandement stond onder het gezag van de gouverneur in Colombo.

Afbeeldingen