Abanzee

In 1665 veroverde admiraal Michiel de Ruyter het fort Kormantijn op de Engelsen, die het rond 1631 hadden gesticht. Na de verovering werd het op de heuvel gesitueerde fort verbouwd en herdoopt met de naam 'Amsterdam'. De plaats Kormantijn, gelegen tussen Elmina en Apam aan de Goudkust, stond bekend als een handelsplaats waar de commercie nog al eens schommelde. Goud en slaven, die ook wel Coromantese of Cormantins werden genoemd, waren de belangrijkste exportproducten. De Nederlanders konden in Kormantijn geen recht spreken, met als gevolg dat de plaatselijke bestuurders het hen wel eens moeilijk maakten. Soms blokkeerden zij de handelswegen en eisten ze grote sommen geld. Volgens Bosman, die de plaats in 1704 beschreef, was het niet de moeite waard om het fort te vernieuwen aangezien de handel niet genoeg op zou leveren om de onkosten te dekken.